Fissuren behandelen

Verschijnsel bij een fissuur

Fissuren zijn doorgaans pijnlijk en kunnen soms leiden tot wat bloedverlies. Bijkomende klachten kunnen bestaan uit jeuk, irritatie, een branderig gevoel en gevoeligheid rondom of binnenin de anus. De klachten verergeren meestal tijdens en na de ontlasting, vooral wanneer de ontlasting hard is, wat de pijn en het bloedverlies vaak intenser maakt.

De precieze oorzaak van een fissuur is niet volledig duidelijk. Het lijkt waarschijnlijk te ontstaan wanneer de ontlasting (tijdelijk) harder is, wat een kloofje veroorzaakt. Als reactie op de pijn spannen de anale kringspieren zich te strak aan, zowel bewust als onbewust. In de meeste gevallen geneest dit snel, maar soms kan het aanspannen van de kringspier de bloedstroom naar het kloofje beperken, wat het genezingsproces bemoeilijkt.

Onderzoek en diagnose van een fissuur

Tijdens het spreekuur neemt de arts de tijd om naar uw klachten te luisteren en vragen te stellen over uw gezondheid. Vervolgens wordt u lichamelijk onderzocht. De arts bekijkt uw anus en de huid eromheen. Tijdens dit onderzoek kan de arts de fissuur met het blote oog vaststellen. Eventuele klachten die u ervaart kunnen ook veroorzaakt worden door het laatste stukje van de darmen, daarom zal de arts ook dit stukje van de darmen middels een proctoscoop bekijken. Een proctoscoop is een klein doorzichtig buisje waardoor de arts de laatste 5 – 8 cm van de darm kan bekijken. Op basis hiervan zal de arts bepalen wat de oorzaak is van uw klachten.

Behandeling van een fissuur

De meeste mensen hebben tijdelijk last van een fissuur. Bij anderen kunnen de klachten weer snel terugkeren. Een fissuur kan pas goed genezen door een beter doorbloeding. U krijgt hiervoor een crème voorgeschreven (meestal diltiazemcrème of isosorbidedinitraatcrème). Belangrijk is om niet te vroeg te stoppen met het aanbrengen van deze crème, de fissuur moet echt goed genezen zijn. Wanneer dit niet het geval is kan de fissuur weer makkelijk openscheuren.

Er is een kleine groep mensen bij wie de fissuur niet wil genezen. Het wegsnijden van de kloof is dan nog een optie, maar dit kan ook veel bijwerkingen en/of complicaties geven. Er wordt daarom niet te snel voor deze behandeling gekozen.

Wat kunt u doen een om een fissuur te voorkomen?

Het is belangrijk dat de ontlasting soepel blijft om het ontstaan van een nieuw fissuur te vermijden. Klachten kunnen echter altijd terug komen. Het is belangrijk om u er bewust van te zijn om druk rond de anus zo veel mogelijk te voorkomen. Zorg voor een goede hygiëne zodat jeuk en uitslag kunnen worden voorkomen. Wanneer toiletpapier niet voldoende is om het gebied goed schoon te krijgen, is een nat washandje of regelmatig spoelen met de douchekop aan te raden.

Klachten kunnen worden voorkomen door de stoelgang zacht te houden. Enkele praktische tips:

• Zorg voor zachte ontlasting.
• Zorg voor vezelrijke voeding zoals volkorenbrood, roggebrood, lijnzaad, fruit zoals bramen/ bessen.
• Drink 1 ½ tot 2 liter water per dag.
• Beweeg een half uur per dag (bijvoorbeeld wandelen of fietsen).
• Als u moeilijke ontlasting blijft houden, adviseren we u psylliumzaad zakjes te gebruiken (te koop bij drogist of apotheek, lees van tevoren de bijsluiter) of contact op te nemen met uw huisarts.
• Als u opnieuw bloedverlies krijgt, kan het zijn dat de fissuur weer terug is. U kunt dan bellen voor een nieuwe afspraak.

Ook moet u goed leren de inwendige en uitwendige kringspieren te ontspannen. Eventuele pijn moet voorkomen worden.

• Wij adviseren om de eerste weken paracetamol te nemen (4 x 2 tabletten van 500 mg. per dag)
• Voor sommige mensen werken ontspanningsoefeningen of warme zitbaden
• Als ontspannen moeilijk blijkt te zijn, bestaat de optie om een botox-injectie te krijgen in de kringspier. Botox verslapt het laatste gedeelte van de kringspieren, waardoor de spierdruk vermindert en de doorbloeding kan verbeteren. Als dit voor u relevant is, zal de arts dit met u bespreken.

Bij blijvende klachten van bloedverlies is het verstandig dat de rest van de dikke darm wordt bekeken. Dit heet een endoscopie. Bespreek dit met uw huisarts.